Meike Veen heeft ook op de tweede dag van de World Cup in Hamar een podiumplaats in de wacht gesleept. De 21-jarige schaatsster van het Development Team eindigde in de B-groep van de 1000 meter als tweede en veroverde daarmee haar tweede medaille van het weekend. Merijn Scheperkamp (zilver) en Kars Jansman (brons) pakten eveneens een medaille in de B-groep.

Veen boekte vrijdag al een fraai resultaat in de B-groep van de 1500 meter en herhaalde dat kunstje een dag later bijna opnieuw. De jongeling klokte in de tweede rit van de 1000 meter een tijd van 1.17,16 en zag alleen de Deense Sofia Thorup (1.16,55) een snellere tijd neerzetten. “Het was echt spannend de laatste ritten. Eerlijk gezegd had ik niet verwacht dat mijn tijd nog zo lang zou blijven staan”, aldus Veen.

Ondanks het vroege tijdstip (het startschot klonk om 8.20 uur) was Veen tevreden met haar optreden. “Ik was scherp en wakker, daar lag het niet aan. Jammer genoeg maakte ik vals, waardoor ik bij de tweede start net iets minder snel weg was. Bovendien had ik iets te veel verval”, is ze kritisch. “Maar verder was het een goede rit.”

Met twee medailles en een schat aan ervaring stapt Veen morgen het vliegtuig in, terug naar huis. Voor de Groningse, die in Noord-Amerika en Heerenveen eerste reserve was, waren de afgelopen weken ‘heel erg leerzaam’. “Ik heb er vooral heel erg van genoten. Ik heb veel ervaring opgedaan en kunnen trainen op de trainingsuren. Mocht ik me ooit rechtstreeks voor de World Cups plaatsen, weet ik in ieder geval wat ik kan verwachten.”

Net als Veen behaalde ook Scheperkamp een tweede plaats in de B-groep van de 1000 meter. Met een tijd van 1.09,09 hoefde hij alleen landgenoot Serge Yoro (1.08,91) voor zich te dulden. “Er zaten veel goede dingen in m’n race. Dat geeft een hoop vertrouwen richting het OKT”, doelt hij op het kwalificatietoernooi eind december. “Ik baal alleen een beetje van m’n derde bocht. Ik zat iets te vroeg op de blokken, waardoor de snelheid eruit liep. Dat is jammer, maar ik moet de positieve dingen eruithalen.”

Kars Jansman eindigde als derde in de B-groep van de 5000 meter. In de laatste rit zette hij een tijd van 6.18,22 neer. “Een goede, degelijke rit”, vat Jansman zijn optreden samen. In een rechtstreeks duel rekende hij af met Marcel Bosker. “Ik hoorde Marcel komen. Je weet dat hij vaak op het einde een versnelling in de benen heeft. Gelukkig had ik zelf ook nog genoeg over om hem door te trekken tot de finish. De marge was groot genoeg.”

In ’t Hof trekt goede lijn door met solide 3 kilometer
Later op de dag reed Sanne in ’t Hof een degelijke 3000 meter. De 27-jarige Schalkhaarse eindigde met een tijd van 4.04,64 als zesde en was daar na afloop tevreden over. Marijke Groenewoud zegevierde in 4.00,95.

“Aan het begin van het seizoen reed ik 4.05 in Heerenveen. Dat ik nu hier in Hamar een tijd van 4.04 neerzet, is fijn. Natuurlijk had ik gehoopt dichter bij het podium of de overwinning te zitten, dat wil natuurlijk elke schaatser, maar voor mij is dit een goede race. De derde op rij: een PR in Calgary, een PR in Heerenveen en nu gewoon een goede. Dit geeft vertrouwen richting het OKT.”

“Ik ben ervan overtuigd dat het nog beter kan. De 3000 meter ligt mij steeds beter en dat is ook nodig. Ik denk dat de 5 kilometer een stuk makkelijker gaat als ik die nog meer vanuit mijn 3-kilometersnelheid rijd. We zijn er volop mee bezig om mijn snelheid verder te verbeteren. Hopelijk kan ik volgende week mooie dingen laten zien.”

Snellink stelt ondanks mindere rit kostbare punten veilig
De Nederlandse schaatsers stelden in Hamar de olympische startbewijzen voor de lange afstanden veilig. Na een tegenvallende 5 kilometer, waarin Team Essent-schaatser Beau Snellink tot een achttiende tijd kwam van 6.18,07, bleef het tot het allerlaatste moment onzeker. Dankzij een zinderend slot viel het uiteindelijk de goede kant op en bleek het resultaat net voldoende. Chris Huizinga eindigde als tiende (6.16,89).

Eerder op de dag finishten Suzanne Schulting en Mathias Vosté als achttiende en twaalfde op de 1000 meter.