De Nederlandse ploegenachtervolgingsmannen hebben op de slotdag van de World Cup in Hamar een bronzen medaille veroverd. Beau Snellink, Chris Huizinga en Marcel Bosker snelden op het Noorse ijs naar een tijd van 3.43,04 en stelden daarmee de quotaplekken voor de Olympische Spelen veilig.

Voor de Nederlandse mannen stond er in Hamar nog veel op het spel. Om het maximum aantal quotaplekken voor de Olympische Spelen binnen te halen, was een plek in de top zes van het World Cup-klassement een vereiste. Huizinga, Snellink en Bosker deden wat er van ze gevraagd werd en rekenden in een rechtstreeks duel af met concurrent Duitsland.

Met een tijd van 3.43,03 eindigde de Nederlandse equipe op een derde plek. Alleen de Verenigde Staten en Italië waren sneller. In het klassement steeg de ploeg van bondscoach Rintje Ritsma naar de tweede plek. Dat was meer dan genoeg om het maximum aantal quotaplekken (negen) binnen te halen. “Rintje kwam na afloop meteen naar ons toe om te zeggen dat we het gehaald hadden”, vertelt Huizinga.

“De quotaplekken waren heel belangrijk, maar zelf waren we meer bezig met de uitslag. We zeiden tegen elkaar dat we het jammer vonden dat we net geen zilver hadden behaald. Desalniettemin mogen we blij zijn met brons. We hebben een goede rit gereden en pakken voor de tweede keer op rij een medaille. Je ziet dat de landen die in Salt Lake City een snelle tijd reden, er hier wat meer doorheen zakken.”

Snellink is van mening dat Nederland goede kansen heeft op eremetaal in Milaan. “Als we een foutloze rit rijden en alle drie de goede vorm te pakken hebben, kunnen we meedoen voor de winst. Nu zaten we dichtbij plek twee, dus we maken zeker aanspraak op de medailles”, aldus de Noordenaar, die weet dat de tickets nog niet binnen zijn. “Op het OKT moeten we ons plaatsen. Dat wordt een heel spannend toernooi.”