Joep Wennemars heeft zich op de voorlaatste dag van het Staatsloterij Olympisch Kwalificatietoernooi definitief geplaatst voor de Olympische Spelen. De 23-jarige sprinter eindigde na een bloedstollende apotheose als tweede op de 1000 meter en dat was voldoende om een olympisch startbewijs af te dwingen.

“Ik kan wel janken”, vertelt Wennemars enkele minuten na zijn race. “Dit was zo moeilijk, echt onmenselijk. Er zijn vier jongens voor drie plekken. Het is eigenlijk belachelijk dat er maar drie van ons naar de Spelen mogen, maar goed, dat zijn de regels. Je moet het vandaag laten zien en dat heb ik gedaan. Ondanks een moeilijke loting heb ik bewezen dat ik goed met de druk om kan gaan.”

Wennemars klokte in de voorlaatste rit een tijd van 1.07,34 en moest afwachten of het genoeg zou zijn voor een plek bij de beste drie. Nadat Kjeld Nuis en Tim Prins in de laatste rit nipt boven zijn tijd doken, viel er een ‘onbeschrijflijke druk’ van hem af. “Ik ben zo blij, maar voel me niet euforisch. Ik kan wel janken van het idee dat deze dag achter de rug is.”

Dat Wennemars als regerend Nederlands- en wereldkampioen op de 1000 meter naar de Spelen gaat, vindt hij niet meer dan terecht. “Ik hoor daar ook thuis, vind ik. Het is zó fijn dat ik me nu op twee afstanden heb geplaatst. Ik ga er morgen alles aan doen om er nog een afstand bij te pakken”, doelt hij op de 1500 meter die morgen op het programma staat.

Merijn Scheperkamp eindigde met een tijd van 1.08,37 als vijfde. Tijmen Snel legde met 1.08,40 beslag op de zesde plek. Sijmen Egberts had een moeilijke kruising en eindigde als achttiende. Scheperkamp, Snel, Egberts komen morgen eveneens in actie op de 1500 meter.