Een jaar geleden zorgde Homme Jan de Groot voor een historisch moment door Team Essent de eerste overwinning te bezorgen. De 26-jarige marathonschaatser won op de Jaap Edenbaan de sprint van een kleine groep en boekte daarmee zijn eerste overwinning als profschaatser. In aanloop naar de openingswedstrijd in Amsterdam kijken we met De Groot terug op zijn fraaie zege en blikken we vooruit op komend seizoen.

Aanstaande zaterdag klinkt het startschot van het nieuwe seizoen. Ben je blij dat het weer gaat beginnen?
“Ja, ik heb er wel weer zin in. De zomer is een fijne periode om te trainen, maar tegen het einde van de zomer mag het seizoen ook wel weer beginnen. Ik ben benieuwd hoe ik ervoor sta ten opzichte van de rest. Ik voel me fit en heb, op een klein dipje na, een goede zomer gedraaid. Dat geeft vertrouwen.”

De eerste marathon vindt traditiegetrouw in Amsterdam plaats. Wat maakt deze marathon anders dan de anderen?
“Het is de enige wedstrijd op een onoverdekte kunstijsbaan. Dat betekent dat de weersomstandigheden een grote invloed kunnen hebben op de koers. En verder is het de eerste marathon van het seizoen, die is altijd bijzonder. Het is vaak een wat onvoorspelbare koers, omdat iedereen een lekkere zomer heeft gedraaid en zich afvraagt hoe de rest ervoor staat. Dat maakt het spannend en leuk.”

Vorig jaar was jij degene die hem won. Hoe was dat voor je?
“Ik denk niet dat veel mensen dat hadden voorspeld. Het was een goede zet was om mee te springen met de beslissende kopgroep. Toen ik daar zat, dacht ik: ik moet er alles aan doen om hem voor de ploeg te pakken. Ik bleef rustig, hield de focus en probeerde te reageren op aanvallen van de anderen. Het ging eigenlijk vanzelf.”

Hoe kijk je terug op de laatste ronde?
“Ik ging al op 500 meter voor de finish aan. Eigenlijk dacht ik toen nog maar één ding: vol gas en niet meer stoppen. Toen ik als eerste de streep passeerde, kwam er flink wat emotie los. Ik had een paar weken ervoor een voedselvergiftiging gehad en voelde me gedurende de wedstrijd niet de allersterkste. Dat ik hem won, was vrij onverwacht.”

Het was tevens de eerste voor Essent.
“Ja, dat was heel mooi. Ik had nog nooit een wedstrijd gewonnen, was één keer tweede geworden in Zweden. De jongens vingen me super enthousiast op aan de zijkant, dat herinner ik me nog heel goed. Ik was niet gewend dat mensen na afloop allemaal een interview wilden. Ik liet het gewoon over me heen komen en probeerde ervan te genieten.”

Heb je er nog vaak aan teruggedacht?
“Op die avond was het heel mooi, maar het is niet zo dat ik daarna de hele tijd uitbundig was. Dat komt ook omdat het in de weken erna niet zo lekker liep. Dan ben je meer bezig met de vraag waarom het niet gaat zoals je wil dat het gaat. Na het seizoen heb ik er zeker enkele keren aan teruggedacht. Het is toch wel heel bijzonder dat ik die wedstrijd heb kunnen winnen. Die avond ga ik nooit meer vergeten.”

Na jouw overwinning in Amsterdam slaagde alleen Harm Visser er nog in een Cupwedstrijd te winnen. Hoe zou je het afgelopen seizoen omschrijven?
“Het was een moeilijk seizoen waarin het niet echt wilde lukken. Net als we beter werden en we dachten dat de ellende voorbij zou zijn, kwam er weer een tegenslag. Peter (de Vries, ploegleider) zei ook al: ‘Dit heb ik nog nooit meegemaakt’. Na mijn overwinning dachten we allemaal: er komt nog veel moois aan. Dat viel toch wat tegen.”

Heb je daar een verklaring voor?
“Als ik naar mezelf kijk, liep het in de zomer al niet zo lekker. Ik miste een stukje basisfitheid en had geen flow te pakken. De eerste wedstrijden gingen best oké, maar daarna werd ik steeds vermoeider. Op een gegeven moment was ik op, maar ging ik toch door. Dat had ik anders moeten aanpakken. Ik heb geleerd dat ik eerder op de rem moet trappen en duidelijker moet communiceren met Peter en Diane (Valkenburg, assistent).”

Wat zijn de doelen voor komend seizoen?
“In de eerste plaats zou het lekker zijn als ik een heel seizoen constant en strijdbaar kan zijn, want zo’n jaar als de afgelopen wil ik niet weer beleven. Daarnaast hoop ik een goede waarde te zijn voor de ploeg. Ons doel is om zoveel mogelijk wedstrijden te winnen. Elke wedstrijd die je start, wil je winnen. Het NK op kunstijs is één van de grootste doelen. Met Jordy Harink en Lars Woelders hebben we er twee heel sterke rijders bijgekregen.”